CO2-uitstoot in de betonketen aanpakken
Samenwerken om het CO2-uitstoot te reduceren
7 februari 2024
Naast het inzetten van hernieuwbare (biobased) materialen en het hergebruiken van materialen ('urban mining') is het ook nodig om conventionele bouwmaterialen exponentieel te verduurzamen. Om dat mogelijk te maken hebben we het wiel uit te vinden in de praktijk en moeten we samenwerken en kennisdelen voor concrete toepassingsmogelijkheden.
Van der Ven aan de slag met grootste uitstoter
Studente Hester Aanen studeerde aan de opleiding Civiele Techniek eind januari met een 9,5 af bij Avans Hogeschool op de CO2-reductie van betonketen. Ze werkte als duaal-student al zo’n drie jaar bij aannemingsbedrijf G. Van der Ven uit Brakel. Een club die graag voorop wil lopen in de markt en zo ook een duidelijke focus heeft op duurzaamheid. Aangemoedigd door trede 5 op de CO2-prestatieladder wilde Van der Ven aan de slag met hun grootste CO2-uitstoter. In eerdere jaren wees de scope-3-analyse nog op fossiele brandstoffen voor machines en transport. Dit jaar bleek beton verantwoordelijk te zijn voor 65% van alle broeikasemissies waarbij CO2 met 87% veruit het grootste aandeel had.
''Mijn onderzoek behandelt een probleem binnen de betonsector vanuit een onafhankelijk perspectief, kijkend naar de markt van de komende 10 jaar en de praktische haalbaarheid, dat relevant is voor iedereen die CO2-ambities nastreeft binnen deze sector''
- Hester Aanen
Van der Ven is zowel in de bouw als infra actief, waarbij de focus in de infra meer op de MKI en in de bouw meer op de MPG ligt. Het doel is een vermindering van 20% per bestede euro omzet in 2030 ten opzichte van 2024, met de ambitie naar 40% reductie. Hester onderzocht bestaande maatregelen met betrekking tot CO2-reductie in de betonketen en kwam zo tot een inventarisatie van mogelijkheden in de praktijk. Daarbij keek ze naar zowel de ontwerp- en voorbereidingsfase als naar de uitvoeringsfase.
Van onderzoeksresultaten naar een aanpak
In de diversiteit aan projecten blijkt ten eerste per project een specifieke aanpak nodig te zijn. Het verschilt per (type) project wat de verschillende toepassingsmogelijkheden zijn. Ten tweede is de registratie- en monitoring van de CO2-uitstoot een belangrijk aspect. Hester bracht methodieken en rekentools in kaart en ontwikkelde voor Van der Ven een concrete registratie- en monitoringstool. Die is ook nodig om dit jaar een goede nulmeting te kunnen verrichten. Ten derde is een goede samenwerking met ketenpartners essentieel.
In zijn algemeenheid is er de nodige CO2-reductie te halen door een ander cementtype toe te passen. In plaats van type CEM I (met ten minste 95% portlandcement) bijvoorbeeld type CEM III/B toepassen waarbij van ten minste 40% en maximaal 80% hoogovenslakken gebruik gemaakt wordt. De CO2-uitstoot van de hoogovenslakken is al toegekend aan de staalfabrieken. Een nadeel van CEM III is dat het wat langer duurt voordat het op sterkte is. Dat vraagt aandacht bij de uitvoering, zeker bij prefab-toepassingen.
Het toepassen van 30% betongranulaat is volgens de huidige wetten en normen al goed mogelijk. Dit heeft wat minder CO2-impact dan de cementtypes, omdat cement als bindmiddel de grootste boosdoener is voor de uitstoot, maar dit levert ook een reductie op voor de hoeveelheid virgin-grondstoffen dat nodig is.
De uitdaging van geopolymeerbeton
Hoopvolle ontwikkelingen zien we bij geopolymeerbeton. Hierbij wordt het cement vervangen door geopolymeer, een bindmiddel op basis van minerale reststoffen, alkaliën en een activator. Het lastige is dat er nog geen goede wet- en regelgeving voor is, zodat het toepassen ervan nog niet zomaar mogelijk is. Het versnellen van de normeringen kan flink bijdragen omdat dit de CO2-reductie van beton richting 85% kan reduceren. Een goed bruikbare tussenvariant is momenteel hybride beton. Een variant tussen een CEM III/B en een geopolymeerbeton. Met name in prefab-industrie kan dit nu al worden toegepast.
Als je je erin verdiept, samenwerkt en de uitstoot registreert en monitort lijkt het mogelijk om de CO2-uitstoot van beton met zeker zo’n 20% te reduceren in een paar jaar. In combinatie met het gebruiken van alternatieven voor beton waar mogelijk kan hier dus een belangrijke bijdrage worden geleverd aan de ambities uit Parijs.
Heb jij interesse in de publicatieversie van het rapport? Dan kan je deze bij ons opvragen via administratie@gideonstribe.nl of stuur Hester Aanen een berichtje op LinkedIn!